Herr Bachmann und seine Klasse

Met dank aan de VPRO
Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.

Het concept is bekend van geliefde documentaires als Être et avoir (2002) en De kinderen van juf Kiet (2016): zet een camerateam in een klaslokaal en kijk maar wat er gebeurt. In de Duitse film Herr Bachmann und seine Klasse volgen we de achtste groep van docent Dieter Bachmann, die bijna met pensioen gaat maar bepaald niet stoffig of wereldvreemd kan worden genoemd. Met zijn beanie, AC/DC-shirt en eeuwige gitaar lijkt hij zo weggelopen uit de komedie School of Rock. Zijn leerlingen, die bijna allemaal een migrantenachtergrond hebben, biedt hij een opvallend vrije, creatieve en ontspannen lesomgeving.

Ondanks een imposante lengte van drieënhalf uur is Herr Bachmann und seine klasse net als die eerdergenoemde documentaires een hit op festivals, zoals het Berlinale Film Festival. Dat is geen wonder: het is een weldaad om een poosje bij deze meester in de klas te mogen zitten.

Opvallend genoeg was regisseur Maria Speth (Madonnen9 Leben) aanvankelijk helemaal niet van plan om een film te maken over een klas, vertelt ze in een Skypegesprek: ‘Ik ken Dieter Bachmann al jaren, hij is een oude studievriend van mijn vaste cameraman. Het begon ermee dat Dieter mij weleens verhalen vertelde over de bijzondere plaats waar hij lesgaf, Stadtallendorf, midden in Duitsland. Van oorsprong is dat een lieflijk plattelandsstadje, maar in de Tweede Wereldoorlog hebben de nazi’s daar de grootste wapenfabrieken van Europa neergezet. Na de oorlog zijn er andere fabrieken in die gebouwen gekomen en kwamen er veel gastarbeiders wonen. Nu is het een wonderlijke mix van boerendorp en multiculturele stad. Gefascineerd door Bachmanns verhalen besloot ik zelf eens in Stadtallendorf te gaan kijken, en toen wist ik meteen dat ik daar een documentaire wilde opnemen.’

‘Het enige waar de kinderen eigenlijk moeite mee hadden, was begrijpen waarom zo’n film überhaupt interessant zou kunnen zijn’

MARIA SPETH

Verliefd

Speth (1967) kon niet meteen een geschikte invalshoek vinden voor haar film. Nadat verschillende ideeën op niets uitliepen, besloot ze maar op de school van haar vriend te gaan filmen. ‘Ik dacht: zo’n school is een soort microkosmos, dus als je de kern van zo’n multicultureel gebied ergens kan vinden is het in een klaslokaal, waar de kinderen van al die fabrieksarbeiders samen opgroeien. Hoe gaan die met elkaar om, vroeg ik me af, en hoeveel besef hebben ze van de bijzondere omgeving waarin ze opgroeien? Hoe is het om in zo’n setting vrienden te maken en verliefd te worden?’

Terugblikkend zegt Speth wel blij te zijn dat ze niet meteen wist wat voor film ze wilde maken. ‘Dankzij dat zoekproces heb ik eerst heel veel tijd in die stad doorgebracht en de bewoners en geschiedenis leren kennen. Ook op de school heb ik eerst een band opgebouwd met de docenten en leerlingen. Daardoor was er al veel wederzijds vertrouwen toen we eenmaal begonnen te filmen. Het was helemaal niet moeilijk om de leerlingen en hun ouders mee te krijgen. Natuurlijk zijn er van tevoren heldere afspraken gemaakt, en ik heb benadrukt dat het niet mogelijk was om halverwege af te haken, anders zou de film mislukken. Het enige waar de kinderen eigenlijk moeite mee hadden, was begrijpen waarom zo’n film überhaupt interessant zou kunnen zijn: urenlang meekijken met een schoolklas, is dat niet het toppunt van saai?’

Monsterklus

Tussen januari en juni 2017 waren Speth en haar vierkoppige crew in totaal dertig volle dagen aanwezig in de klas van meneer Bachmann. Daarnaast maakten ze nog veel opnamen in de stad. Het leverde bij elkaar ruim 200 uur film op.

‘Dat allemaal uitzoeken was natuurlijk een monsterklus,’ zegt de regisseur. ‘Ook omdat ik in deze fase pas echt kon beslissen wat ik precies wilde vertellen, waar ik de nadruk op wilde leggen. In totaal heeft het montageproces zo’n drie jaar geduurd. Eerst ben ik op de kinderen gaan focussen: welke ontwikkelingen maken die mee, wat licht ik daarvan uit? Het onderwijsproces op zich interesseerde me minder dan de sociale verhoudingen in de klas: hoe functioneert het alledaagse leven in zo’n multiculturele groep? Toen ik het materiaal eenmaal had kunnen terugbrengen tot twintig uur, had ik een basis die ik steeds verder kon gaan inkorten. Dat ik niet zou eindigen met een film van honderd minuten was me toen wel duidelijk. Drieënhalf uur is inderdaad lang voor een bioscoopfilm, maar meer kon ik er echt niet uit halen, dan zou ik allerlei nuances hebben moeten opofferen. Ik vond het heel belangrijk om aan alle kinderen recht te doen, om niemand eenzijdig neer te zetten.’

Al met al heeft Speth een behoorlijk deel van haar leven in de film gestopt. Wat ze aan het proces heeft overgehouden? Daar hoeft ze niet lang over na te denken. ‘Ik ben heel erg geraakt door de houding van deze kinderen, door hun openheid en hartelijkheid en levenslust. Terwijl ze het thuis toch echt niet allemaal even makkelijk hebben. Tijdens de montage bleef me dat ontroeren. En natuurlijk ontstaat zoiets niet zomaar, het is een rechtstreeks gevolg van de behaaglijke sfeer die wordt gecreëerd door meneer Bachmann. Hij behandelt de kinderen als gelijken, durft alles met ze te bespreken, daagt ze uit om solidair en creatief te zijn – en je ziet dus wat dat oplevert. Ik vind dat heel inspirerend: als je dit in een klas kan bereiken moet het daarbuiten toch ook kunnen?’